In het begin van de oorlog tegen de bezetters liep dit voor de "Nederlanders" vaker slecht dan goed af. De Lage Landen kenden geen op zichzelf staand leger en dus moesten legers voor veel geld ingehuurd worden. De soldaten uit deze legers kwamen met name uit "armere" gebieden zoals Schotland, Zwitserland en Wallonië. Veldslagen gingen echter vaak verloren tegen de zeer ervaren Spaanse infanterie en ruiterij. En ALS het leger van de broers eens de overmacht had, dan bleven de getructe Spanjaarden zich terugtrekken en terugtrekken totdat het beschikbare geld van de Oranjes, om de eigen soldaten te betalen, op was. De onbetrouwbare soldaten pleegden muiterij of zochten hun heil elders waardoor Willem van Oranje uiteindelijk geen leger meer overhield om een slag in te gaan.
De kentering in de oorlog kwam in 1572 toen de watergeuzen vanuit zee de aanval op Nederland inzetten en prompt Den Briel veroverden. Hierdoor kreeg Willem van Oranje de mogelijkheid om eens vanuit het westen het land te bevrijden. Dit lukte slechts gedeeltelijk. Veel steden konden meestal maar korte tijd van hun vrijheid genieten. De Hertog van Alva stuurde nl. zijn zoon, Don Frederik, met een troepenmacht naar de Lage Landen om voor eens en altijd af te rekenen met het verzet. Don Frederik heroverde weer een aantal steden en nam halverwege 1573 als laatste stad Haarlem in, na een beleg van ruim 7 maanden. Alkmaar, de stad welke hij vervolgens belegerde hield uiteindelijk wel stand en in de herfst van hetzelfde jaar gaven de Spanjaarden dit beleg op. Deze opgave dwong Alva overigens om af te treden als landvoogd van de Lage Landen. De terugtrekkende Spanjaarden hebben op hun terugtocht ook nog Leiden lange tijd omsingeld maar werden ook daar verslagen omdat de dijken werden doorgestoken waardoor de Geuzen over water snel Leiden konden bereiken en de stad in 1574 bevrijd kon worden. Ook de schatkist van Spanje raakte door de geldverslindende oorlogen steeds leger waardoor de Spaanse legers steeds vaker muitten en deserteerden. Iets wat voorheen nauwelijks voor mogelijk leek. Uiteindelijk trokken de Spanjaarden zich weer (tijdelijk) terug uit de Lage Landen.
Tussen 1579 en 1584 werden de Lage Landen echter wederom belaagd. Dit keer door de Hertog van Parma die de aanval heropende op de protestantse noorderlingen. In die tijd riepen een aantal opstandige staten zichzelf uit tot Republiek der Verenigde Provinciën. Verder werd in 1584 Willem van Oranje, Vader des Vaderlands, vermoord door Balthasar Gerards. Willem's 2e zoon, Maurits van Nassau, werd hierop benoemd tot legeraanvoerder. Deze boekte in zijn militaire carriere een groot aantal overwinningen. De twee meest bekende zijn geweest: 1. de truc met het turfschip waardoor Breda in 1590 bevrijd kon worden (in 2003 door Saluutbatterij Atkins tijdens een jaarfeest van de KMA nagespeeld) en 2. de overwinning op de Spanjaarden bij een open veldslag op het strand bij Nieuwpoort (1600).